Damherten in het AWD

Het natuurgebied De Amsterdamse Waterleidingduinen ( AWD ) ligt tussen Zandvoort en Noordwijk. Dit duingebied is maar liefst 3400 ha groot en is ongeveer 5 km breed en 10 km lang. Je kunt volop genieten van rust en ruimte. Het gebied is exclusief bestemd voor wandelaars en bovendien mag je hier lekker struinen buiten de paden.
De kans om damherten tegen te komen is heel groot. Ze zijn gewend om wandelaars tegen te komen, dus rennen niet direct weg. Als je je rustig houd komen ze vlakbij.



AWD zijn van groot belang voor de waterwinning. Er wordt voorgezuiverd Rijnwater aangevoerd, dat via een kanalenstelsel in een van de 40 infiltratiegeulen komt. Daar infiltreert het in het duin. Na minimaal 60 dagen komt het weer aan de oppervlakte en stroomt het naar de Oranjekom. Vanuit de Oranjekom wordt het water met pompen getransporteerd naar het zuiveringsbedrijf Leiduin. Hier wordt het in een aantal stappen verder verwerkt tot smaakvol en betrouwbaar drinkwater van hoge kwaliteit




Een bijzondere gebeurtenis is het burlen van de Damherten. De mannelijke Damherten willen dan gaan paren. Tijdens de bronst proberen ze indruk te maken op de vrouwtjes. ( Hindes) Dit gaat gepaard met veel kabaal en zelfs met gevechten. Waarbij ze hun gewei gebruiken om de ander te overwinnen. En de Herten proberen dan zoveel mogelijk Hindes te verzamelen in hun roedel.
Het burlen gebeurt tussen half oktober en begin november. Je hoort de Herten al in de vroege morgen burlen.


De Herten gaan in de bronstijd op zoek naar Hindes.

Damherten graven bronst kuilen en markeren deze met urine.


Damhert - Fallow deer - Dama dama.



Het damhert (Dama dama) staat met een schofthoogte van 90 centimeter tussen grootte van ree en edelhert in. De kleur van zijn vacht is oorspronkelijk roodbruin, zwart of gevlekt, maar er komen veel kleurvarianten voor.


Dit Hert had al een roedel Hindes verzamelt. Hij lag lekker in het bos en werd niet lastig gevallen.

De bokken vechten uit wie de sterkste is, dat gepaard gaat met veel geweigekletter en luid geburl. Uiteindelijk komt het zogenoemde plaatshert – de dammer die als sterkste uit de strijd komt – in het midden te staan. De hindes en minder sterke herten draaien in rondjes eromheen, de kalfjes lopen er dwars doorheen. Ze rennen als gekken achter elkaar aan, waarbij de hindes meerdere keren worden gedekt. Dit gaat er zo wild aan toe dat er soms kalfjes onder de voet gelopen worden. Dit gaat zo door tot begin november, daarna keert de rust terug.”

Vaak onstaan er gevechten tussen de Herten. Vooral als een ander Hert te dicht in de buurt komt van de roedel Hindes.






Volwassen Herten hebben een schoffelgewei. Hierbij zijn de einden van de takken met elkaar verbonden door platen. Enkel het mannetje draagt een gewei. Het wordt in april en mei afgeworpen, waarna het gelijk weer begint aan te groeien. De basthuid wordt in augustus en september afgeschuurd. Het gewei groeit naarmate het dier ouder wordt.
Het damhertkalf zet in het voorjaar na de geboorte spitsen (damspitser) op (zonder rozenstokken). De volgende geweifase, knieper genaamd, heeft rozenstokken, oogtak, en middentak en meestal een vork als geweitop. Daarop volgt een begin van de verbreding van het gewei en ontstaat de schoffel, ook wel genoemd de schaufel (Duits), die vervolgens uitgroeit tot halfschaufel en volschaufel.


Hier is het schoffelgewei goed te zien.


Je ziet ook de vele verschillende vormen van de schoffelgeweien. Maar ook de vele kleur varianten van de Herten zijn goed te zien.


Damherten zijn te herkennen aan hun zwarte staartje.

Bij gevaar gebruikt een ree zijn witte kont ('spiegel') om andere reeën te waarschuwen.


Hierboven staat een jonge man te grazen.


Uit het bos kwamen 2 Herten opzoek naar Hindes.












Deze lijkt wel zilvergrijs.



Deze is bruinrood.



Het schoffelgewei heeft een mooie donkere kleur.





Dit is een lichte kleur.


Dit Damhert staat in zijn bronst kuil.



Hier ligt een jonge man. Nog zonder schoffelgewei.



Alleen het mannetje, de hertenbok of schoffelaar, heeft een gewei. In de eerste twee levensjaren is dit spiesvormig. Vanaf het derde jaar draagt de bok een zogenaamd schoffelgewei.








In de maanden juni en juli worden de kleine kalfjes geboren. Meestal krijgt een hinde één jong en in uitzonderlijke gevallen werpt zij een tweeling.











Maak jouw eigen website met JouwWeb